Stel je voor: een brullende fabriekshal, waar het gezoem van machines en het gekletter van metaal ooit een symfonie van vooruitgang vormden. Een plek waar België, dat kleine land van frieten en wafels, zichzelf op de borst klopte als een titan in de autowereld. En dan, ineens, stilte. Op 28 februari 2025 viel het doek over Audi Brussels, een fabriek die ooit bijna 180.000 auto’s per jaar uitspuugde, maar de laatste tijd nog maar met moeite 22.000 elektrische Q8 e-Trons van de band liet rollen. Het is een verhaal van gemiste kansen, elektrische dromen en een industrie die zichzelf langzaam lijkt te wurgen met groene lintjes en rode cijfers. Laten we erin duiken met de finesse van een sloopkogel in een porseleinkast.
Laten we terugspoelen. Audi Brussels, gelegen in het pittoreske Vorst, begon zijn leven niet met de vier ringen van Ingolstadt boven de poort. Nee, in 1949 was het een Studebaker-fabriek – ja, die Amerikaanse jongens die eruitzagen alsof ze auto’s bouwden met een sigaar in de ene hand en een bourbon in de andere. De Champion Sedan was de eerste die daar van de band rolde, en vanaf dat moment was het hek van de dam. Volkswagens volgden: Kevers, Transporters, zelfs een paar Karmann Ghia’s en Porsches 356 om het geheel wat op te spicen. In 1970 nam Volkswagen AG de boel over, en de fabriek werd omgedoopt tot een bastion van Duitse precisie. Passats, Golfs, en zelfs die bizarre Golf Rallye uit 1987 – het leek alsof Vorst niet kapot te krijgen was.
Fast forward naar de jaren 2000, en Audi nam de sleutels in handen. De A3 Sportback, de A1, en uiteindelijk de elektrische e-Tron-serie rolden de poorten uit. In 2018 werd de fabriek zelfs een paradepaardje: de eerste koolstofneutrale productiesite voor luxeauto’s ter wereld. Klinkt indrukwekkend, nietwaar? Een baken van groene glorie, een voorbeeld voor de wereld! Maar laten we even eerlijk zijn: achter al dat eco-geklets begon het te rotten. De productie kelderde van die glorieuze 180.000 auto’s per jaar naar een zielige 22.000 in 2024. Wat ging er mis? Was het de elektrificatie? Was het de bureaucratie? Of was het gewoon pure, onvervalste incompetentie?
Het begon allemaal met een belofte. In 2023 zou de Q4 e-Tron, een elektrische SUV met meer pit dan een Spaanse peper, naar Vorst komen. De vakbonden wreven in hun handen, de arbeiders poetsten hun gereedschap, en iedereen zag een gouden toekomst tegemoet. Maar toen, alsof iemand in Ingolstadt een verkeerde knop indrukte, kwam het nieuws: geen Q4 e-Tron. Geen plan B. Nada. De fabriek werd aan haar lot overgelaten, als een oude hond die niemand meer wilde voeren. De Q8 e-Tron bleef over als enige overlevende, maar laten we eerlijk zijn: één model houdt geen fabriek draaiende. Het was alsof je een heel restaurant runt met alleen aardappelpuree op het menu.
En dan de sluiting. Op 28 februari 2025 liep de laatste Q8 e-Tron van de band, en dat was dat. Geen fanfare, geen applaus, alleen het zachte gezoem van een stervende droom. Audi’s bazen beloofden dat er in 2024 geen ontslagen zouden vallen en dat ze “actief op zoek gingen naar een overnemer”. Maar laten we niet naïef zijn – dat is het soort praat dat je hoort van een autoverkoper die je een roestbak probeert aan te smeren. Er kwamen geruchten over Chinese interesse, met Nio als mogelijke redder in nood. Maar zelfs die hoop vervloog toen hun CEO zei: “Hoe kan Nio een fabriek betalen die Audi niet eens wil?” Tja, touché.
Het grotere plaatje is nog somberder. België was ooit een autoproductie-grootmacht. British Leyland in Seneffe? Dood in 1981. Renault Vilvoorde? Kaput in 1997. Opel Antwerpen? Gesloopt in 2010. Ford Genk? Adios in 2014. En nu Audi Brussels. Wat blijft er over? Volvo Gent, dat dapper standhoudt als de laatste der Mohikanen. Ooit waren we koploper in auto’s per inwoner, nu zijn we een kerkhof van stalen herinneringen. En waarom? Omdat de wereld gek is geworden van elektrificatie, emissienormen en CO2-neutrale onzin, maar niemand lijkt te weten hoe je dat betaalt zonder de boel in de fik te steken.
Dus daar heb je het: Audi Brussels, een fabriek die begon met Amerikaanse branie, doorgroeide met Duitse discipline, en eindigde als een voetnoot in de groene revolutie. Het is een waarschuwing, mensen. Als we niet oppassen, wordt de auto-industrie één groot museum van goede bedoelingen en kapotte dromen. Tot die tijd: vaarwel, Vorst. Je verdient beter dan dit.