Het leven van een premium automerk is niet altijd rozengeur en maneschijn. Neem Audi, het chique kind van de Volkswagen-familie, dat momenteel door een storm van ellende raast. De cijfers voor de eerste helft van 2025 zijn binnen, en laten we zeggen: het is niet bepaald een feestje in Ingolstadt. De winst is met 37,5 procent gekelderd naar een schamele 1,3 miljard euro, een daling die voelt als een klap in het gezicht met een natte dweil. Wat is er aan de hand? Laten we dit drama eens uitpluizen.
Eerst en vooral: de Amerikanen. De VS, dat land van hamburgers, pick-uptrucks en torenhoge invoerheffingen, heeft Audi een rekening van 600 miljoen euro gepresenteerd dankzij een importtaks van 15 procent. En dat is nog een verbetering! Voorheen dreigde een absurde 27,5 procent taks, maar een recent handelsakkoord tussen de EU en de VS heeft dat gelukkig getemd. Toch blijft het een bittere pil, vooral omdat Audi, in tegenstelling tot rivalen BMW en Mercedes, geen enkele auto in de VS bouwt. Elke Audi die over de Atlantische Oceaan vaart, krijgt een fiscale uppercut. Concurrenten met fabrieken in de VS lachen in hun vuistje, terwijl Audi’s portemonnee huilt.
Dan is er de herstructurering, een woord dat in de autowereld klinkt als een doodsklok. Audi heeft besloten om de fabriek in Vorst, België, te sluiten, waardoor 3.000 werknemers op straat staan. Alsof dat niet genoeg is, worden in Duitsland nog eens 7.500 banen geschrapt tegen 2029. De kosten van deze operatie? Nog eens 600 miljoen euro, rechtstreeks van de winst afgeschraapt. Het is alsof je je eigen huis sloopt om de buren te imponeren – pijnlijk en duur.
Alsof dat nog niet genoeg is, kampt Audi met tegenvallende verkopen. Wereldwijd ging de verkoop met 5,9 procent omlaag naar 783.531 auto’s. In China, waar lokale merken als BYD en Xpeng de markt overspoelen, daalde de verkoop met 10,2 procent. In Noord-Amerika (minus Mexico) was het niet veel beter met een daling van 9 procent. Zelfs de elektrische modellen, waar Audi zo trots op is, blijven achter. Terwijl BMW’s elektrische verkoop met 11,6 procent steeg naar 368.000 auto’s, zag Audi’s e-tron-gamma een daling van 7,8 procent naar 164.480 stuks. Dat is geen ramp, maar het is ook niet bepaald een overwinning.
Maar wacht, er is hoop! Audi’s baas, Gernot Döller, heeft een plan. Tegen 2026 komt er een betaalbare elektrische Audi, iets in de stijl van de A3, met een prijskaartje rond de 35.000 euro. Dit model, dat in Ingolstadt gebouwd wordt, moet de strijd aangaan met concurrenten zoals de Volvo EX30 en de Volkswagen ID.3. Het is een gok, maar als het werkt, kan het Audi’s elektrische gamma nieuw leven inblazen. Bovendien verwacht Audi in de tweede helft van 2025 een opleving, dankzij een stapel nieuwe bestellingen voor elektrische modellen. Fingers crossed, zoals ze in het Engels zeggen.
Toch blijft het een zware dobber. De operationele marge is gezakt naar een magere 5 tot 7 procent, terwijl dat vroeger 7 tot 9 procent was. En dan is er nog China, waar de concurrentie zo hevig is dat het voelt alsof je met een polsstok probeert te ontsnappen uit een leeuwenkooi. Lokale merken bieden elektrische auto’s aan voor prijzen waar Audi alleen maar van kan dromen. En laten we niet vergeten dat Audi’s zustermerken – Bentley, Lamborghini en zelfs Ducati – ook klappen krijgen in deze economische rollercoaster.
Wat leert dit ons? De autowereld is een jungle, en zelfs de grote jongens zoals Audi kunnen struikelen. Amerikaanse taksen, fabriekssluitingen en felle concurrentie vormen een giftige cocktail. Maar Audi geeft niet op. Met een nieuwe, betaalbare EV in het vooruitzicht en een handelsakkoord dat de pijn iets verzacht, is er licht aan het einde van de tunnel. Of het genoeg is om BMW en Mercedes in te halen? Dat is een race die we met spanning volgen.
Voor wie zelf de elektrische revolutie wil omarmen, check onze marketplace op https://volty.be/nl/buy/cars/overview/. Daar vind je 100% elektrische auto’s om je innerlijke milieufreak te verwennen.