De wereld verandert, en België verandert mee. Of beter gezegd: België zoeft mee, op een stekker. Het land heeft zojuist een mijlpaal bereikt die klinkt als een overwinning voor de toekomst van mobiliteit: 100.000 publieke laadpunten voor elektrische auto’s. Ja, je leest het goed. Honderdduizend van die glanzende, futuristische stopcontacten verspreid over ons kleine landje, klaar om je elektrische bolide van stroom te voorzien. En als je denkt dat dit het eindstation is, heb je het mis. Dit is nog maar het begin van een wilde rit richting 2030, waar België mikt op een verdubbeling naar 220.000 laadpunten. Dat is ambitieuzer dan een politicus die belooft om de files op te lossen!
Laten we even een stapje terugzetten. Tien jaar geleden waren elektrische auto’s een zeldzaamheid, een soort exotische diersoort die je hoogstens spotte in een hippe stadswijk of op een autoshow. Laadpalen? Die waren zo schaars dat je sneller een parkeerplek vond in hartje Brussel op een vrijdagavond. Vandaag is het een ander verhaal. Met meer dan 380.000 volledig elektrische wagens op de Belgische wegen – en in totaal 650.000 stekkerauto’s, inclusief plug-in hybrides – staat België in de Europese top drie als het gaat om laadinfrastructuur per inwoner. Alleen Denemarken en Nederland doen het nog net iets beter, met respectievelijk 7,7 en 11 laadpunten per 1.000 inwoners. België zit op 7,6, en dat is geen kleinigheid voor een land dat ooit bekend stond om zijn liefde voor diesel en frieten.
Hoe zijn we hier geraakt? Het antwoord ligt in een cocktail van slimme beleidskeuzes, Europese regelgeving en een flinke dosis ondernemerszin. De Alternative Fuels Infrastructure Regulation en de Energy Performance of Buildings Directive hebben de boel in gang gezet, terwijl netbeheerders en innovatieve bedrijven zoals Fastned de handen uit de mouwen staken. Vooral de snelladers – die krachtige jongens die je auto in een halfuurtje van 10 naar 80 procent pompen – zijn als paddenstoelen uit de grond geschoten. In 2023 alleen al verdriedubbelde het aantal DC-snelladers naar 2.460, en eind 2024 stonden er bijna 4.000. Dat is een groei waar zelfs een bodybuilder jaloers op zou zijn.
Maar laten we niet te snel op onze lauweren rusten. Want hoewel 100.000 laadpunten klinkt als een getal om mee te pronken, is het slechts het startschot. Tegen 2030 verwacht de sectorfederatie EV Belgium dat we 220.000 publieke laadpunten nodig hebben om de groei van elektrische wagens bij te benen. Dat betekent dat we de komende jaren nog zo’n 120.000 extra stopcontacten moeten installeren. Dat is geen sinecure, zeker niet als je bedenkt dat Wallonië nog een tandje bij moet steken en dat ons elektriciteitsnetwerk klaar moet zijn voor een tsunami aan stroomvraag. Gelukkig is er goed nieuws: experts zoals Philippe Vangeel van EV Belgium zijn ervan overtuigd dat ons net het aankan, dankzij investeringen in zonne- en windenergie en nieuwe gascentrales. Maar laten we eerlijk zijn, het zal een race tegen de klok worden.
En dan hebben we het nog niet gehad over de olifant in de kamer: geld. Want al die laadpalen, snelladers, kabels en transformatoren kosten een fortuin. Schattingen spreken van miljarden euro’s aan investeringen, en dat is nog zonder de kosten voor onderhoud en slimme aansturing. Professor Joeri Van Mierlo van de VUB gooit een interessante oplossing op tafel: verhoog de accijnzen op fossiele brandstoffen en geef fiscale voordelen aan elektriciteit. Dat klinkt als een plan dat zowel de planeet als je portemonnee ten goede komt, maar of de politiek het aandurft om de benzine- en dieselrijders zo’n duwtje te geven? Dat blijft een open vraag.
Een ander heikel punt is de ongelijkheid tussen de regio’s. Vlaanderen is een streber, met plannen voor 35.000 publieke laadpunten tegen 2025 en een focus op slimme laadpleinen in plaats van losse palen. Brussel daarentegen mikt op een bescheiden 11.000 laadpalen tegen 2035, en Wallonië lijkt nog wat in de achterhoede te sukkelen. Vooral in steden, waar thuisladen vaak geen optie is, zijn publieke laadpunten cruciaal. Want laten we eerlijk zijn: niemand wil zijn auto drie straten verder parkeren en dan met een verlengsnoer over de stoep sjouwen.
Toch is er reden voor optimisme. De groei van de laadinfrastructuur bewijst dat samenwerking loont. Bedrijven, overheden en netbeheerders werken samen om België klaar te stomen voor een elektrische toekomst. En met een wagenpark dat steeds groener wordt – één op de vier nieuwe auto’s is nu al volledig elektrisch – is de boodschap duidelijk: de elektrische revolutie is niet te stoppen. Maar om vooraan het peloton te blijven, moeten we durven investeren in snelladers, bidirectioneel laden (waarbij je auto stroom teruglevert aan het net) en de elektrificatie van bestelwagens en vrachtwagens. Want ja, ook die moeten mee in het groene verhaal.
Dus, wat betekent dit alles voor jou, de bestuurder? Simpel: de toekomst is elektrisch, en België is er klaar voor. Of je nu in de stad woont of op het platteland, de kans is groot dat er binnenkort een laadpaal in de buurt staat. En als je nog twijfelt om de sprong te wagen naar een elektrische auto, weet dan dat het aanbod alleen maar groeit en de technologie alleen maar beter wordt. De kaap van 100.000 laadpunten is geen eindpunt, maar een springplank naar een schonere, stillere en – laten we eerlijk zijn – best wel coole toekomst.
Voor wie klaar is om de overstap te maken, kun je terecht op onze marketplace waar je een brede selectie aan 100% elektrische auto’s vindt. Zoek, vergelijk en koop jouw droomwagen op https://volty.be/nl/buy/cars/overview/.