De Familie Agnelli cashen €3 Miljard met Ferrari: Paardenkracht maakt plaats voor poen

De Familie Agnelli cashen €3 Miljard met Ferrari: Paardenkracht maakt plaats voor poen

01 maart 2025

Stel je voor: je bent stinkend rijk, je hebt een garage vol met glanzende Ferrari’s, en toch besluit je een flink stuk van je aandelen in het legendarische merk te verpatsen. Dat is precies wat de Agnelli-familie, de Italiaanse dynastie achter Fiat, Juventus en – jawel – Ferrari, heeft gedaan. Via hun investeringsvehikel Exor hebben ze voor een slordige €3 miljard aan Ferrari-aandelen van de hand gedaan. En eerlijk? Het voelt een beetje alsof je je favoriete speelgoedauto verkoopt om een nieuwe zandbak te kopen. Maar laten we dit even professioneel uitpluizen, met een dosis flair.

Een Verkoop met Paardenkracht

Exor, het financiële brein van de Agnelli’s, verkocht onlangs zo’n 7 miljoen aandelen van Ferrari. Dat is ongeveer 4% van het totaal, wat klinkt als peanuts, maar als je bedenkt dat Ferrari tegenwoordig meer waard is dan een oliestaatje, tikt het aardig aan. Drie miljard euro, om precies te zijn. De aandelen gingen naar institutionele beleggers en – slim gespeeld – een deel terug naar Ferrari zelf, dat tot €300 miljoen aan eigen aandelen opkocht. Waarom? Omdat de waarde van Ferrari sinds de beursgang in de VS tien jaar geleden met een factor tien is gestegen. Dat is geen investering meer, dat is een financiële raket met vleugels van carbonfiber.

Maar laten we niet te snel juichen. De Agnelli’s blijven heus niet met lege handen achter. Na deze verkoop houdt Exor nog steeds een stevige 20% van de aandelen en bijna een derde van de stemrechten in Maranello. Ze zijn nog altijd de baas in de stal van het steigerende paard, ook al hebben ze een paar pony’s laten galopperen naar andere weides.

Waarom Nu, Agnelli?

Waarom zou je überhaupt een deel van Ferrari verkopen, vraag je je af? Het antwoord is simpel: geld groeit niet aan olijfbomen, zelfs niet in Italië. Exor heeft grootse plannen. Een “substantiële overname” staat op de agenda, en daar heb je cash voor nodig – veel cash. Van de €3 miljard gaat €1 miljard naar het inkopen van eigen Exor-aandelen, wat de waarde van de resterende stukken een boost geeft. De rest? Dat verdwijnt in de oorlogskas voor een nog onbekende prooi. Misschien een techbedrijf, misschien iets in de gezondheidszorg (ze hebben al een mooi plukje Philips-aandelen), of wie weet een voetbalclub om Juventus gezelschap te houden. Wat het ook wordt, de Agnelli’s spelen dit schaakspel met de finesse van een Formule 1-pitstop.

En Ferrari zelf? Die blijft onverstoorbaar doorgaan. Met een marktwaarde van meer dan $120 miljard is het merk een beurslieveling. De Purosangue SUV en hybride monsters zoals de 296 vliegen de showrooms uit, en de orderboeken zijn voller dan de wijnkelder van een Toscaanse baron. Deze verkoop verandert daar niets aan – het is een financiële herstructurering, geen existentiële crisis.

De Agnelli-dynastie: Meer dan Alleen Auto’s

Voor wie het nog niet wist: de Agnelli’s zijn Italië’s antwoord op de Rockefellers. Via Exor hebben ze hun vingers in Stellantis (denk Fiat, Peugeot, Chrysler), CNH (landbouwmachines), Iveco (vrachtwagens), en zelfs Juventus. Ferrari mag dan de kroonjuweel zijn, het is maar een deel van hun imperium. En toch, deze verkoop voelt als een kleine aardverschuiving. Het is alsof je een paar diamanten uit je kroon haalt om een nieuw kasteel te bouwen – slim, maar een tikkeltje sentimenteel.

John Elkann, de huidige capo van de familie en tevens Ferrari-voorzitter, benadrukt dat hun toewijding aan Ferrari “sterker dan ooit” is. Dat geloof ik wel. Je laat een cashkoe als deze niet zomaar los. Maar het is ook een teken dat Exor minder afhankelijk wil worden van de auto-industrie. Slim, want met elektrische concurrenten als Tesla en de wispelturige economie is diversificatie geen luxe, maar noodzaak.

 

De Conclusie

Dus, wat moeten we hiervan denken? De Agnelli’s hebben een meesterzet gedaan: ze hebben €3 miljard binnengeharkt, Ferrari’s toekomst veiliggesteld, en zichzelf ruimte gegeven om te groeien. Het is een beetje alsof je je geliefde 458 Italia verkoopt om een hypercar te bouwen – pijnlijk, maar vooruitstrevend. Voor de autoliefhebber verandert er weinig: Ferrari blijft Ferrari, een symbool van snelheid, luxe en Italiaanse flair. Voor de Agnelli’s is het een nieuwe bladzijde in hun toch al indrukwekkende boek.