Stel je voor: een wereld waar elektrische auto’s de scepter zwaaien, waar het gezoem van batterijen het geronk van cilinders heeft verdrongen. En dan, uit het niets, komt Audi aanzetten met een nieuwe A6 Avant die – hou je vast – géén stekker heeft. Jawel, terwijl de rest van de autowereld zich stort op volts en watts, kiest Audi doodleuk voor een ouderwetse verbrandingsmotor. En ik moet zeggen: ik ben stiekem een beetje verliefd.
Op 4 maart krijgen we het ding officieel te zien, maar zoals dat gaat in deze tijd van lekken en loeren, zijn de eerste beelden al op straat beland. Geen geforceerde EV-fratsen hier, maar een strakke stationwagen met een 2.0-liter turbobenzinemotor die 272 pk levert. Wil je meer? Er komt ook een 3.0-liter V6 met 340 pk. Dat is het soort geluid dat je voelt in je borst, niet zo’n stille sciencefiction-suis die je vergeet zodra je uitstapt.
Het design? Typisch Audi: strak, elegant, en met een grille waar je een klein gezin in kunt parkeren. De Avant-vorm blijft een genot voor het oog – praktisch zonder saai te worden, een zeldzame kunst in een wereld vol opgeblazen SUV’s. Binnenin belooft Audi het gebruikelijke: een cockpit vol schermen, leer dat ruikt naar geld, en genoeg knoppen om een spaceshuttle te besturen. Maar laten we eerlijk zijn, het draait om die motor. Een dikke middelvinger naar de eco-oorlog, verpakt in een premium jasje.
Is dit een meesterzet of een nostalgische misstap? Audi lijkt te gokken dat niet iedereen klaar is om de stekker erin te steken. En weet je wat? Ze zouden zomaar gelijk kunnen hebben. Op 4 maart weten we meer, maar voor nu: petje af voor de brutaliteit. De plopmotor leeft nog, en hij rijdt straks rond in stijl.