Het landschap voor bedrijfswagens in België staat op het punt om aanzienlijk te veranderen met de invoering van nieuwe fiscale regels vanaf 2025. Deze wijzigingen zijn gericht op het bevorderen van duurzame mobiliteit en het ontmoedigen van het gebruik van voertuigen met een hoge CO2-uitstoot. Hier zijn de drie belangrijkste fiscale veranderingen die bedrijven en hun werknemers moeten kennen.
1. Afschaffing van de Fiscale Aftrekbaarheid voor Verbrandingsmotoren
Vanaf 2025 zal de fiscale aftrekbaarheid voor wagens met een verbrandingsmotor, die tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025 worden aangekocht, geleidelijk aan dalen. Dit betekent dat bedrijven minder belastingvoordelen zullen genieten voor het aanschaffen of leasen van diesel- of benzinewagens. Het aftrekpercentage zal progressief verminderen, totdat het in 2028 volledig op nul wordt gesteld. Dit heeft als doel om de transitie naar koolstofneutrale voertuigen te versnellen.
2. Verhoogde Solidariteitsbijdrage
De solidariteitsbijdrage, die bedrijven moeten betalen voor elke bedrijfswagen die voor privédoeleinden wordt gebruikt, zal aanzienlijk stijgen. Vanaf 1 juli 2023 wordt deze bijdrage vermenigvuldigd met een bepaalde factor, die jaarlijks zal stijgen. Deze maatregel is ontworpen om het fiscale voordeel van het bezit van een bedrijfswagen te verminderen, vooral voor voertuigen die niet koolstofneutraal zijn. De minimumbijdrage zal in 2025 verhoogd worden, wat een directe impact zal hebben op de totaalkost van een bedrijfswagen.
3. Beperkte Aftrekbaarheid voor Hybride Voertuigen
Voor hybride voertuigen die na 1 juli 2023 worden aangeschaft, zal de fiscale aftrekbaarheid van brandstofkosten beperkt zijn tot 50%. Dit is een strategie om het gebruik van de elektromotor te stimuleren boven dat van de verbrandingsmotor. Werknemers die een hybride wagen gebruiken, worden hiermee aangemoedigd om vaker elektrisch te rijden, in plaats van te vertrouwen op traditionele brandstoffen.
Impact en Voorbereiding
Deze fiscale wijzigingen hebben niet alleen financiële implicaties voor bedrijven, maar ook voor de wagenparkbeheerders en de werknemers zelf. Bedrijven moeten hun wagenparkstrategieën heroverwegen, met een sterke focus op het integreren van meer koolstofneutrale voertuigen zoals volledig elektrische wagens, die weliswaar een hogere aankoopprijs hebben maar door de veranderende fiscale voordelen aantrekkelijker worden.
Werknemers moeten zich voorbereiden op mogelijk hogere belastingen op hun bedrijfswagens, vooral als ze kiezen voor voertuigen met een verbrandingsmotor. Het is verstandig om te overwegen of een overstap naar een elektrische of hybride auto voordeliger zou kunnen zijn op lange termijn, gezien de nieuwe fiscale klimaat.
Conclusie
De fiscale veranderingen die in 2025 van kracht worden, markeren een duidelijke verschuiving naar duurzamere transportoplossingen binnen de bedrijfswereld. Bedrijven en werknemers die zich vroegtijdig aanpassen aan deze nieuwe regels, kunnen niet alleen profiteren van belastingvoordelen maar ook bijdragen aan een groenere toekomst. Het is van cruciaal belang om nu actie te ondernemen en de transitie naar een duurzamer wagenpark te plannen.
