Het Tragische Lot van Maserati: Een blik op een zinkend schip

Het Tragische Lot van Maserati: Een blik op een zinkend schip

07 maart 2025

Stel je voor: een zonnige middag in Modena, Italië. De geur van vers gebrande espresso vermengt zich met het gegrom van een V8 die door de straten scheurt. Het is het geluid van Maserati, een merk dat ooit synoniem stond voor decadente luxe en brullende pk’s. Maar als ik de krantenkoppen van vandaag mag geloven, lijkt het erop dat deze eens zo glorieuze naam op het punt staat om voorgoed in de vergetelheid te zinken. Want zie je, de grote bazen bij Stellantis – dat gigantische autoconcern dat meer merken verzamelt dan ik sokken in mijn wasmand – hebben besloten om een investering van 1,5 miljard euro in Maserati te schrappen. En dat, beste lezers, voelt als een dolksteek in het hart van iedereen die ooit heeft gedroomd van een Trident op zijn motorkap.

 

Laten we even terugspoelen. Maserati is altijd een beetje de excentrieke oom geweest in de autogemeenschap. Niet zo klinisch perfect als Ferrari, niet zo bombastisch als Lamborghini, maar met een eigen charme die je deed denken aan een oude Italiaanse playboy: stijlvol, een tikje arrogant en altijd met een goed glas wijn in de hand. Modellen zoals de Ghibli, de Quattroporte en – laten we eerlijk zijn – de waanzinnige MC20 hadden iets speciaals. Ze waren niet perfect, maar dat hoefde ook niet. Ze hadden karakter, iets wat je tegenwoordig zelden vindt in een wereld vol saaie SUV’s en elektrische zoemdozen.

 

Maar de tijden veranderen, en niet altijd ten goede. Vorig jaar kelderde de verkoop van Maserati harder dan een dronken toerist van een Venetiaanse gondel. Van 26.600 auto’s in 2023 naar een schamele 11.300 in 2024. Dat is een daling van meer dan de helft, en het resultaat? Een rode streep onder de balans van 260 miljoen euro. Dat is geen klein bier, zelfs niet voor een bedrijf dat zo groot is als Stellantis, met zijn portfolio van Fiat, Jeep, Peugeot en een hele rits andere merken die ik niet eens ga proberen op te sommen. Het probleem is simpel: Maserati heeft geld nodig, en niet een beetje. Ze hebben competitieve modellen nodig om een deuk te slaan in een markt die wordt gedomineerd door Porsche en consorten. En wat doet Stellantis? Ze trekken de stekker uit de geldkraan. Geweldig. Echt briljant. Dat is alsof je een zinkend schip redt door het anker te lichten en de reddingsboten te verbranden.

 

Nu, je zou kunnen denken: “Waarom maakt dit iemand zo kwaad? Het is maar een automerk.” Maar het gaat dieper dan dat. Maserati stond op een kruispunt. Ze probeerden zichzelf opnieuw uit te vinden met elektrische modellen zoals de Grecale Folgore en die bloedmooie GranTurismo Folgore. Ze hadden zelfs plannen voor een elektrische Quattroporte en een opvolger voor de Levante. Maar nu? Nu die 1,5 miljard in rook opgaat, kun je die plannen net zo goed in de prullenbak gooien naast mijn oude notities voor een televisieprogramma over auto’s. Projecten worden geschrapt, toekomstige modellen verdampen, en het enige wat Maserati nu nog kan doen is bidden dat er een nieuwe CEO bij Stellantis komt die een zwak heeft voor Italiaanse flair. Goed geluk daarmee, jongens – de vorige topman, Carlos Tavares, is er net vandoor gegaan, en de tent staat in brand.

 

Over Tavares gesproken: die kerel was een beetje een enigma. Een Portugese pitbull die Stellantis leidde alsof het een leger was, maar ook iemand die niet bang was om impopulaire beslissingen te nemen. Hij stapte eind vorig jaar op, en sindsdien lijkt het alsof niemand bij Stellantis nog weet waar de stuurknuppel zit. Ze hebben geen CEO, Maserati bloedt geld, en ondertussen proberen ze nog steeds te doen alsof alles onder controle is. Het is een chaos die zelfs een scriptschrijver niet had kunnen verzinnen voor een dramatische autofilm.

 

En dan is er nog de markt. Maserati’s problemen zijn deels te wijten aan een dalende vraag uit China – blijkbaar hebben de nieuwe rijken daar geen zin meer in Italiaanse luxe – en aan het feit dat elektrische supercars nog steeds niet echt aanslaan. Misschien omdat ze niet brullen zoals een V8, maar eerder zoemen als een stofzuiger met een identiteitscrisis. Maar laten we eerlijk zijn: Maserati had een kans. De MC20 was een meesterwerk, de Grecale een slimme zet in de SUV-wereld. Ze hadden alleen tijd en geld nodig om het goed te doen. En wat krijgen ze? Een ferme trap na van hun eigen moedermaatschappij.

 

Dus wat nu? Gaat Maserati ten onder? Als ik een gokker was – en geloof me, ik heb genoeg verloren op paardenraces om te weten dat ik dat niet ben – zou ik zeggen dat het er somber uitziet. Stellantis lijkt klaar om de handdoek in de ring te gooien, en zonder die 1,5 miljard is Maserati’s toekomst net zo zeker als een weerbericht in Engeland: waarschijnlijk regen, met een kans op totale vernietiging. Misschien vindt een rijke investeerder het merk nog de moeite waard om op te lappen, maar voor nu voelt het alsof we afscheid nemen van een oude vriend.

 

Maserati, je verdient beter dan dit. Je verdient een brullende V8, een kronkelende bergweg en een bestuurder met een brede grijns. In plaats daarvan krijg je een kantoor vol boekhouders die je stekker eruit trekken. Het is een schande, een tragedie, en bovenal een verdomd triest einde voor een legende. Vaarwel, oude jongen. Ik hoop dat je ergens in de autoh hemel nog een rondje mag scheuren.