De wereld van bedrijfswagens is een jungle, en de plug-inhybride (PHEV) is de Tarzan die wanhopig aan de fiscale liaan slingert. Maar laten we eerlijk zijn: die liaan begint te rafelen. In België, waar belastingen een nationale sport zijn, leek het er even op dat de PHEV een glorieuze comeback zou maken. Tot Europa de scheidsrechter floot en de pret bedierf. Wat is hier aan de hand? En waarom lijkt het alsof alleen zelfstandigen nog iets te winnen hebben bij deze half-elektrische, half-dorstige machines? Laten we dit kluwen ontrafelen met een flinke dosis cynisme en een scheutje hoop.
De belofte van de PHEV: Gouden bergen of gouden kooi?
Plug-inhybrides waren ooit de lievelingen van de fleetmanager. Ze beloofden het beste van twee werelden: elektrisch rijden voor de show en een benzinemotor voor als je écht ergens naartoe moest. Fiscaal waren ze een droom. Met een CO2-uitstoot die op papier lager was dan de ademhaling van een yogaleraar, waren ze 100% aftrekbaar voor bedrijven. Zelfstandigen en zaakvoerders wreven zich in de handen terwijl ze hun PHEV’s parkeerden bij de golfclub. Maar zoals met alle mooie sprookjes, kwam er een boze wolf – in dit geval de Europese Unie.
De Belgische regering, onder leiding van de immer optimistische Arizona-coalitie, dacht slim te zijn. In het Paasakkoord van 2025 beloofden ze de fiscale aftrekbaarheid van PHEV’s nieuw leven in te blazen. Auto’s met een uitstoot tot 50 g/km CO2 zouden weer 100% aftrekbaar worden, en die tussen 51 en 75 g/km zouden 75% scoren. Klinkt goed, toch? Tot je beseft dat Europa niet mee was in dit plannetje. De EU, met haar strenge CO2-regels en een Recovery and Resilience Facility (RRF) die subsidies als een zwaard van Damocles boven België houdt, zei: “Ho, stop! Dit riekt naar uitstel van de elektrische revolutie.” En zo werd de fiscale versoepeling voor PHEV’s grotendeels in de prullenbak gegooid.
Zelfstandigen: De laatste hoop voor de PHEV?
Maar wacht, er is een lichtpuntje – of eerder een schemerlampje – voor zelfstandigen. De regering lijkt een achterpoortje te hebben gevonden. Eenmanszaken en zaakvoerders van vennootschappen zouden mogelijk toch nog fiscale voordelen kunnen plukken. Waarom? Omdat België honderdduizenden zelfstandigen heeft die nog rondtoeren in oude diesel- of benzineslurpers. De overheid hoopt dat een PHEV hen kan verleiden tot een iets groenere keuze. Het idee is simpel: geef zelfstandigen een belastingvoordeeltje, en misschien ruilen ze hun roetspuwende bestelwagen in voor een plug-inhybride die ze toch nooit opladen.
Laten we even rekenen. Een PHEV met een uitstoot onder 50 g/km kan voor zelfstandigen tot eind 2027 volledig aftrekbaar zijn. Dat betekent dat de aankoop, onderhoud, en zelfs de elektriciteit (maar niet de benzine, want dat is maar 50% aftrekbaar) van de belasting af gaan. Voor een zelfstandige die zijn auto ook privé gebruikt, blijft het Voordeel van Alle Aard (VAA) laag, omdat de fiscus PHEV’s met lage uitstoot behandelt als elektrische wagens. Klinkt als een koopje, toch? Nou, niet zo snel.
De Euro 6e-bis norm: De doodsteek voor de PHEV?
Hier komt de plotwending die zelfs M. Night Shyamalan niet had zien aankomen. Vanaf 2025 moeten nieuwe PHEV’s voldoen aan de Euro 6e-bis norm, een strengere meetmethode voor CO2-uitstoot. De oude WLTP-test, die PHEV’s liet schitteren met hun lage emissies, wordt vervangen door een realistischere aanpak. In plaats van 800 km als referentieafstand, gebruikt de nieuwe test 2.200 km, en vanaf 2027 zelfs 4.260 km. Resultaat? De officiële CO2-uitstoot van veel PHEV’s zal verdubbelen of zelfs verdrievoudigen. Een auto die nu 20 g/km scoort, kan plots 60 g/km uitstoten. Weg fiscaal voordeel, weg charme.
Dit betekent dat veel PHEV’s die nu als “echte” hybrides gelden, straks als “fake” worden bestempeld. Een fake hybride is een PHEV met een batterij die te klein is (minder dan 0,5 kWh per 100 kg voertuiggewicht) of een uitstoot boven 50 g/km. Die worden fiscaal behandeld als een gewone benzinewagen, met alle nadelen van dien. Voor constructeurs is dit een ramp. Ze moeten grotere batterijen inbouwen om onder de 50 g/km te blijven, wat de prijs opdrijft. En laten we eerlijk zijn: wie gaat nog een dure PHEV kopen als een volledig elektrische wagen goedkoper én fiscaal voordeliger is?
De realiteit: Niemand laadt ze op
Laten we even een ongemakkelijke waarheid bovenhalen: de meeste PHEV-rijders laden hun auto zelden op. Het is een publiek geheim dat veel bestuurders de stekker links laten liggen en gewoon op benzine rijden. De EU heeft dit ook door, en daarom wordt de meetmethode strenger. In de praktijk verbruiken PHEV’s vaak meer dan hun officiële cijfers suggereren, vooral als je ze behandelt als een gewone auto met een fancy batterij. Dit maakt ze minder groen dan ze lijken, en dat is precies waarom Europa de fiscale voordelen wil afbouwen.
Voor bedrijven is de situatie nog grimmiger. De CO2-bijdrage, die werkgevers betalen voor bedrijfswagens die privé gebruikt worden, stijgt exponentieel voor niet-elektrische auto’s. In 2025 wordt die bijdrage vermenigvuldigd met 2,75, in 2026 met 4, en vanaf 2027 met 5,5. Voor PHEV’s geldt een uitzondering als ze onder de minimumbijdrage vallen, maar met de nieuwe meetmethode zullen veel modellen die grens overschrijden. Resultaat? Een PHEV wordt voor werkgevers een dure grap, tenzij je een zelfstandige bent die de bijdrage ontloopt.
De toekomst: Elektrisch of niets?
Laten we de olifant in de kamer benoemen: volledig elektrische wagens (EV’s) zijn de toekomst. Ze zijn 100% aftrekbaar tot 2026, en daarna geleidelijk minder (95% in 2027, 82,5% in 2028). Hun VAA is laag, en de CO2-bijdrage is minimaal. Bovendien worden EV’s steeds betaalbaarder, met een groeiend netwerk van laadpalen. Waarom zou je dan nog een PHEV kopen? Voor zelfstandigen in rurale gebieden of zonder thuislaadpaal kan een PHEV nog een overgangsoptie zijn, maar zelfs dat argument voelt zwak. Een PHEV is als een Blackberry in het iPhone-tijdperk: het werkt, maar je voelt je een beetje achterlijk.
De autosector zelf is verdeeld. Sommige importeurs, zoals Mercedes en Volvo, juichen de verlengde aftrekbaarheid toe, omdat ze nog PHEV’s in hun gamma hebben. Anderen, zoals EV Belgium, vinden het een stap achteruit. Ze pleiten voor investeringen in laadinfrastructuur in plaats van subsidies voor halfslachtige hybrides. En eerlijk, wie kan hen ongelijk geven? Een PHEV is een compromis, en compromissen zijn zelden sexy.
Conclusie: Een laatste dans voor de PHEV
De plug-inhybride is als een rockster op retour: nog even in de schijnwerpers, maar de gloriedagen zijn voorbij. Voor zelfstandigen kan een PHEV nog een fiscaal interessante keuze zijn, zeker als je hem voor 2026 bestelt en trouw oplaadt. Maar de strenge Euro 6e-bis norm en de opmars van elektrische wagens maken de PHEV steeds minder relevant. De regering probeert de transitie te verzachten, maar Europa houdt de teugels strak. En eerlijk, misschien is dat maar goed ook. De toekomst is elektrisch, en hoe sneller we dat omarmen, hoe beter.
Wil je écht future-proof rijden? Sla de PHEV over en ga voor 100% elektrisch. Op onze marketplace vind je een ruim aanbod aan elektrische auto’s die je portemonnee én het milieu gelukkig maken. Check het zelf op https://volty.be/nl/buy/cars/overview/.