Mercedes-Benz. Alleen de naam al roept beelden op van zilverpijlen die door de regen snijden of van een S-Klasse die zo comfortabel is dat een vliegtuigstoel in economy ineens voelt als een middeleeuwse pijnbank. Jarenlang waren ze de onbetwiste koningen van het asfalt: perfecte mix van techniek en precies genoeg bling om duidelijk te maken dat je geen Fiat rijdt. Maar de laatste tijd is er iets grondig misgegaan in Stuttgart. De grote strategie om alleen nog maar achter de allerrijksten aan te jagen – Maybachs die liggen te pronken als society-dames en G-Klasses die hun spierballen laten rollen – is in een greppel beland die zo groot is als de Nordschleife. Verkoop sputtert, winst verdampt sneller dan koelvloeistof op een hete dag en topman Ola Källenius krijgt het steeds warmer van aandeelhouders die bloed ruiken.
Laten we even terugspoelen, want dit is geen kuil, dit is een U-bocht in slow motion. In 2022 kwam Källenius met zijn meesterzet: “The Economics of Desire”. Klonk als een duur luchtje, maar het idee was simpel: weg met die betaalbare instappertjes voor gewone stervelingen en alles inzetten op het topsegment. Denk aan AMG-monsters die grommen als espresso-verslaafde wolven, Maybach-limousines die fluisteren “ik ben rijker dan jij” en natuurlijk de eeuwige G-Wagon, dat hoekige icoon dat weigert dood te gaan, hoe hard de natuurwetten ook roepen dat het eigenlijk niet kan. Het plan: vette marges van vette portemonnees, het volume laten aan Toyota en consorten. Met die vette winsten zou de overgang naar elektrisch rustig en deftig gefinancierd worden. Vanaf 2025 alleen nog nieuwe platformen zonder verbrandingsmotor, in 2030 volledig elektrisch waar de markt het toelaat. Klinkt stoer. Maar zoals elke coureur weet: stoer zonder grip eindigt in de vangrail.
Welkom in 2025. De vangrail is geraakt. Wereldwijd gingen er nog steeds 2,4 miljoen Mercedes-personenwagens en bestelwagens de deur uit vorig jaar, maar onder de motorkap scheurt het. Juist de topmodellen – de lievelingen van de luxestrategie – groeien nog een beetje in het laatste kwartaal dankzij een elektrische G-Klasse die eindelijk off-roaders stil laat genieten. Maar de omzet gaat dit jaar licht omlaag en de winst voor rente en belastingen duikelt omlaag alsof iemand de handrem heeft vergeten. In Amerika doen de GLE en GLC nog steeds meer dan 60.000 stuks per model, maar het zijn de plug-inhybrides die met 470 % groei de kar trekken. Pure EV’s daarentegen? Een drama: EQS-modellen min 52 %, EQE-reeks min 39 %, zelfs de schattige EQB min 36 %. Wereldwijd min 23 % voor elektrische Mercedes in 2024, en in het tweede kwartaal van 2025 nog eens min 24 %. China, vroeger goed voor een derde van de omzet, stort in: personenwagens min 7 % vorig jaar, min 27 % in het derde kwartaal van 2025. De heilige S-Klasse? Min 14 %. Tel daar Amerikaanse invoerheffingen bij, leveringsproblemen en Chinese concurrenten als BYD die 30 % goedkoper produceren omdat ze alles zelf maken, en je hebt een perfecte storm. Bedrijfswinst min 70 % in recente kwartalen. Geen wonder dat beleggers rondcirkelen als gieren boven een pechgeval.
Källenius kruipt niet weg in het handschoenenkastje. Hij distantiëert zich nu van het etiket “alleen nog luxe” – “zo hebben wij het nooit genoemd”, zegt hij, alsof een andere naam de balans weer recht trekt. De koerswijziging is ingezet: minder focus op ultra-luxe, terug naar betaalbaardere modellen (een nieuwe A-Klasse-opvolger komt in 2028), vijftien splinternieuwe EV’s tot 2027 en de EQ-naam verdwijnt als aparte badge – alles weer gewoon Mercedes. Weg met die zeepachtige aerodynamische vormen van de EQS die leek op een gesmolten ijsje, hallo ontwerpen die weer naar een échte Mercedes kijken. Korting vliegt je om de oren: tot 15.000 dollar van een AMG EQS om twijfelaars over de streep te trekken. En achter de schermen jagen ze op kostenpariteit met benzineauto’s – nog “vele jaren verwijderd”, geeft Källenius toe – terwijl ze solid-state-accu’s en Nvidia-autonomie voor 2025 beloven. Het is een inhaalrace, maar wel een slimme.
En hier word ik enthousiast, want deze puinhoop is precies de wake-upcall die Mercedes – en de hele industrie – nodig had. Elektrisch is geen bijzaak, het is de hoofdweg. Die Chinese nieuwkomers zijn niet alleen goedkoper; ze zijn vanaf de tekentafel elektrisch en bewijzen dat je bereik, prestaties en een prijs kunt bieden zonder dat je een tweede hypotheek hoeft te nemen. De vroege EV-inzet van Mercedes was dapper, maar struikelde over prijs, vreemde ontwerpen en onderschatting hoe snel kopers stil, instant koppel willen zonder uitlaatgeweten. Källenius zei het zelf al in 2022: luxekopers zouden voorop lopen in de elektrische revolutie, aangetrokken door technologie en pure rijbeleving. Hij heeft gelijk. Stel je een elektrische G-Klasse voor die geluidloos door de modder ploegt, of een S-Klasse EV die als een geest door de stad glijdt. De laadinfrastructuur groeit hard, kosten dalen en tegen het einde van dit decennium kan 50 % van de verkoop elektrisch zijn – niet de geforceerde 2025-doelen van vroeger, maar een realistische sprint.
Wat een ritje is dit voor Mercedes. Van uitvinder van de auto tot worstelen met de heruitvinding: ze hebben altijd geëxcelleerd in grenzen verleggen. Deze luxe-omweg was duur, maar hij scherpt het vizier. Terwijl ze het Maybach-exces terugschroeven en vol gas geven op bereikbare elektrische modellen – denk aan de komende CLA EV met ruim 800 km actieradius – staan ze klaar om de kroon terug te pakken. Niet door vast te houden aan het verleden, maar door het te elektrificeren. Met stijl.
Zin gekregen om zelf de elektrische toekomst in te duiken? Kom dan zeker eens kijken op onze marketplace. Bij Volty vind je alleen 100 % elektrische auto’s die rijplezier combineren met nul uitstoot. Surf naar https://volty.be/nl/buy/cars/overview/ en vind vandaag nog jouw perfecte EV. De toekomst is opgeladen – ben jij er klaar voor?